Re-integreren; dit had ik een half jaar geleden niet durven denken!

Ik was nog geen maand na mijn stamceltransplantatie uit het ziekenhuis toen ik belde met de coördinator van mijn werk in het verzorgingshuis. Ik voelde me goed en wilde mijn gezicht weer wilde laten zien. Ik wilde terug naar mijn werk, re-integreren.

Laat ik dit eerst vertellen: er zijn op dit moment twee locaties waar de bewoners wonen omdat er een grote verbouwing is. Eén locatie is een tijdelijk verblijf met de naam Schuttehoek, en de ander, waar de verbouwing plaatsvindt heet Gollards. Toen ik twee jaar geleden op Texel kwam wonen, ben ik gaan werken in de Gollards. Een oud, gedateerd pand, met kleine kamers. Omdat ik ziek werd, heb ik de verhuizing van een deel van de bewoners naar het tijdelijk onderkomen niet meegemaakt. 

Beetje structuur en ritme

Dus ik begon met wekelijks koffie drinken op Schuttehoek. Een uurtje bleef ik dan. Ik vond het fijn om collega’s weer te zien en te spreken. In september heb ik telefonisch contact met de bedrijfsarts gehad, en ik vertelde wat ik deed en hoe het met me ging. Met de coördinator van het werk heb ik overleg gehad hoe verder op te bouwen. Omdat ik van de arts niet bij de bewoners mocht, heb ik voorgesteld om e-learnings te maken. Iedere week ééntje en soms twee. Daarbij was ik dus ook nog steeds aan het koffie drinken. In totaal was ik ongeveer vier uur per week actief in het werk. Dat voelde goed. Er kwam weer een beetje structuur en ritme.

Eind oktober weer contact met de bedrijfsarts, zij heeft toen een ‘belastbaarheid formulier’ ingevuld. Dat moest. Hoeveel trappen kon ik op, hoeveel kon ik tillen enzovoort. Uiteraard hebben we ook besproken wat ik deed en hoe dat ging. Vooral zo doorgaan luidde haar advies.

Spannend

Het werd december en ik moest voor controle naar het VUmc. Ik heb de arts, ik had inmiddels een andere, gevraagd of ik weer bij de bewoners mocht. En ja, ik kreeg toestemming! Ik was echt blij, zo fijn. De volgende dag contact opgenomen met de coördinator en het nieuws verteld. We hebben in goed overleg, wat heel belangrijk is, bedacht dat ik wekelijks een middag twee uurtjes kwam helpen op de afdeling. Ik had eerder aangegeven dat ik graag naar de Gollards terug wilde. Dat voelde vertrouwd. De Schuttehoek was dat niet. Wat fijn dat die mogelijkheid er was.

Ik vond het spannend om de eerste keer heen te gaan. Ik kende een deel van de bewoners niet meer, er waren nieuwe collega’s, er werd verbouwd, alles stond op een andere plek. Maar het wende al snel gelukkig. Waar ik nu nog steeds tegenaan loop is, dat ik heel veel kwijt ben. Ik moest helemaal opnieuw ingewerkt worden. En dat begreep niet iedere collega had ik het idee. Ik heb wel uitgelegd hoe het voor mij was. Ruim een jaar eruit geweest terwijl ik er pas zeven maanden had gewerkt. 

Vreselijk idee

In januari heb ik een gesprek gehad met de arbeidsdeskundige. Dat is standaard als je na één jaar nog ziek bent. Alles op tafel gegooid, het hele verhaal -weer- verteld. Deze arbeidsdeskundige vertelde uiteraard ook het een en ander. Zo ook over het UWV, wat als je minder uren kan werken dan voorheen en de Wia-uitkering. Het vloog me aan. Een uitkering? Ik heb nog nooit mijn hand opgehouden, vond en vind het een vreselijk idee. Het duurde even voordat dit verhaal geland was. 

Er werd ook een tweede spoor ingezet. Zo heet dat. Dan wordt een re-integratiebureau ingeschakeld en zij gaan met jou kijken hoe het opbouwen in eigen werk gaat. Want dat staat voorop, terugkeren in eigen werk. Zij hebben regelmatig contact met je.

Ik heb zelf aangeven dat ik meer wilde proberen in het werk. Wilde weer een bewoner wassen en aankleden. Ik kreeg alle ruimte om dat te proberen. Zo kon ik zien wat lukte en wat niet. Het was de manier om langzaamaan de uren verder uit te breiden. In overleg met de bedrijfsarts en de coördinator. 

Grenzen aangeven

Mijn werkgever volgt het advies van de bedrijfsarts op. Er wordt geen druk uitgeoefend en er wordt niet gepusht. Op dit moment werk ik 15 uur per week, 3 ochtenden van 5 uur. Het plan is om over 2 weken naar 18 uur te gaan. De dagen die ik werk met één uur op te bouwen, iedere 3 weken, tot ik weer een volledige werkdag aan kan. Hierbij is het zó belangrijk om je grenzen aan te geven. Maar o, wat is dat soms moeilijk. Het gebeurt wel, en daar leer je weer van. Ik ben al zo blij en dankbaar dat ik weer zo ver ben. Dit had ik niet kunnen bedenken een half jaar geleden. 

En jij? Hoever ben jij? Ik hoor of lees het graag!

Lieve groet, Pauline

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *